Geschiedenis van de Duits-Nederlandse Handelskamer

In 1905 besluit een groep Nederlandse ondernemers in Duitsland dat hde handel tussen Nederland en Duitsland een flinke oppepper kan gebruiken. Tijdens een vergadering in Düsseldorf leggen deze ondernemers de basis voor wat later de Duits-Nederlandse Handelskamer zou worden. Op 18 november 1905 is Het Eerste Nederlandsche Koopmansgilde een feit, met Adolf Hendrix als voorzitter en E.H.M. de Gruyter als secretaris.

Hun doel is duidelijk: Nederlandse producten bekendmaken in Duitsland en tegelijkertijd Nederlandse handelaren helpen om Duitse producten te vinden die in Nederland niet, of onvoldoende, beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld industriële-, landbouw- en koloniale producten.

Daarnaast wilde deze groep ondernemers de handel bevorderen en belemmeringen wegnemen - doelen die de DNHK nog steeds nastreeft. Toen ging het bijvoorbeeld over betere spoor-, post- en telefoonverbindingen tussen Duitsland en Nederland. Nu gaat het onder andere over grensoverschrijdende waterstofleidingen.

Al snel opende de DNHK in 1916 een vestiging in Den Haag en in 1918 volgt een kantoor in Berlijn. Het Koopmansgilde was klaar om hun diensten op grotere schaal aan te bieden.

Na de Eerste Wereldoorlog groeit de DNHK snel, van vijftig tot 771 leden in de jaren 1914 tot het einde van de Eerste Wereldoorlog. In 1919 verhuist het hoofdkantoor naar Amsterdam en er openen vestigingen in Frankfurt, Hamburg en Krefeld. Later komen daar locaties in Mainz, Dortmund, Leipzig en Mannheim bij. Zelfs in Nederlands-Indië wordt een kantoor geopend. Deze uitbreiding zorgt ervoor dat de DNHK haar leden goed kan ondersteunen, zelfs tijdens de roerige jaren twintig met hyperinflatie en de Grote Depressie. De DNHK bemiddelt bij geschillen, organiseert spreekuren en verleent noodhulp, zoals kleding en voedsel via het Rode Kruis.

Maar dan komt de Tweede Wereldoorlog. Na de Duitse inval in Nederland in 1940 richt de Kamer zich volledig op Nederlandse belangen. Ondanks de sluiting van de Nederlandse consulaten in Duitsland, blijft de DNHK actief en neemt een aantal consulaire taken over. Wanneer de Duitse bezetter in 1940 eist dat Joodse medewerkers ontslagen worden, treedt de Joodse vicevoorzitter Albert Spanjaard vrijwillig terug. In mei 1943 sluiten de Duitse autoriteiten de DNHK, vernietigen het archief en ontslaan het personeel. Pas na de oorlog maakt de DNHK een doorstart.

Direct na de oorlog is er weinig interesse vanuit Nederlandse zijde om de DNHK weer op te bouwen en verloopt de handel langzaam. Toch hervat de Kamer haar werkzaamheden op 1 april 1946 en opent in 1947 vestigingen in Frankfurt, Düsseldorf en Hamburg. Kort daarna volgen München, Stuttgart en Berlijn. In 1954 had de kamer ongeveer 2.200 leden en een record handelsvolume, Genoeg redenen dus om in 1955 haar vijftigste verjaardag te vieren.

Een jaar later volgde nog een belangrijke mijlpaal: het plan om de organisatie officieel om te vormen tot een twee-landen kamer, waarin Nederlanders en Duitsers gelijk vertegenwoordigd zouden zijn in het bestuur. Dit plan lag al enige tijd klaar. In 1956 werd de kamer officieel een organisatie met gelijke vertegenwoordiging en kreeg de zowel de naam Duits-Nederlandse Kamer van Koophandel als Nederlands-Duitse Kamer van Koophandel.

In 1973 verhuisde de DNHK in Den Haag naar haar nieuwe onderkomen: Nassauplein 30. Het patriciërshuis uit het einde van de 19e eeuw is nog steeds het hoofdkantoor. Van hieruit breidde de DNHK haar dienstenportfolio in de daaropvolgende decennia verder uit.

In 2005 viert de DNHK haar honderdjarig bestaan onder het motto "Traditie met toekomst". Dit feestelijke jaar staat bol van evenementen en netwerkmogelijkheden. In dit jaar introduceert de DNHK ook een nieuw logo, waarin het kenmerkende Handelskamer-schip een moderne vorm krijgt.

Het hoogtepunt zou plaatsvinden in de Ridderzaal  in Den Haag. Bondskanselier Gerhard Schröder zou een toespraak houden - maar was op de geplande dag van het evenement vanwege vervroegde verkiezingen geen bondskanselier meer. De verkiezingen werden door Angela Merkel gewonnen. Daardoor konden er geen Duitse politici aanwezig zijn en werd de jubileumviering verschoven naar november 2006, waar de ministers van Economische Zaken van beide landen aanwezig waren. 

In 2006 verandert de organisatie haar Nederlandse naam van "Nederlands-Duitse Kamer van Koophandel" in "Nederlands-Duitse Handelskamer" om haar internationale karakter te benadrukken en een link te leggen naar de Duitse Handelskamer. Er kwamen nieuwe kantoren in Düsseldorf (2006) en Berlijn (2007) om de aanwezigheid in Duitsland te versterken. Het dienstenportfolio werd uitgebreid en de DNHK vestigde zich als professionele partner voor Duitse en Nederlandse bedrijven voor markttoegang en uitbreiding van zakelijke activiteiten in het buurland. De DNHK nam ook steeds meer de rol aan van spreekbuis voor aangesloten bedrijven en vertegenwoordiger van het Duitse bedrijfsleven in Nederland - een stem die wordt gehoord door toppolitici en besluitvormers in beide landen. 

De DNHK introduceert nieuwe evenementen en initiatieven, zoals het jaarlijkse Sommerfest (sinds 2007), de Duits-Nederlandse Prijs voor de Economie (sinds 2008) en de Weihnachtsmarkt (sinds 2009) en de evenementenserie "DNHK in bedrijf" (sinds 2013), waarbij leden innovatieve bedrijven kunnen bezoeken. 

De DNHK voert ook verschillende landelijke campagnes in Nederland met partners. Zo zette ze samen met de Duitse ambassade, het Goethe-Institut, het Duitsland Instituut Amsterdam en het Zentralstelle für das Auslandsschulwesen, het initiatief "Mach mit!" op. Hiermee willen de organisaties meer aandacht voor de Duitse taal en promoten deze actief op scholen.

 
Met nieuwe initiatieven, nieuwe diensten en een groeiend netwerk doet de DNHK er alles aan om de handelsrelaties tussen Nederland en Duitsland te versterken.