Jarenlang werd het gesprek tussen havens gedomineerd door de vraag wie de grootste is. Als ik tegenwoordig met de CEO’s van de havenbedrijven in Noordwest Europa om tafel zit, praten we niet meer over tonnen overslag, maar over hoe we samen een duurzame toekomst voor de industrie in Europa kunnen veiligstellen. Geopolitieke spanningen en een verhoogde druk op de industrie vragen om een slim gebruik van Europese havens om onze strategische autonomie veilig te stellen. De Rotterdamse haven heeft een groot industrieel complex en is een belangrijk knooppunt voor containers, energie en grondstoffen. Hier komen, net als in veel andere Europese havens, grote uitdagingen samen; het verduurzamen van het internationaal transport, betrouwbare logistieke ketens voor bedrijven en consumenten en het versnellen van de verduurzaming van de industrie, zonder verlies van concurrentiepositie. Havens kunnen en willen daarom een belangrijke rol spelen in het toekomstbestendig maken van Europa. Neem bijvoorbeeld de maakindustrie in de driehoek tussen de Vlaams-Nederlandse havens en het Duitse Ruhrgebied, die goed is voor een groot deel van Europese productie. Bedrijven in chemie en staalindustrie zijn in de havens gevestigd vanwege de aanvoer van, nu nog grotendeels fossiele, grondstoffen en energie. Dit zijn grote uitstoters met een grote verantwoordelijkheid om hun CO2-uitstoot snel te verminderen. Het zijn óók de bedrijven die het mogelijk maken dat we in Europa elektronica en medicijnen maar ook windmolens, isolatiemateriaal en zonnecellen kunnen maken. De veelal internationale hoofdkantoren aarzelen nu of zij nog toekomst in Europa zien. Dat is zorgelijk; juist de industrie kan het verschil maken in het verduurzamen van onze samenleving. Het havenbedrijf Rotterdam wil samen met de havens van Antwerpen-Brugge, Duisburg en North Sea Port het voortouw nemen om het investeringsklimaat voor de industrie in Europa te verbeteren, zodat bedrijven hier willen investeren in verduurzaming. Als beheerder van industriële clusters passen we gezamenlijk onze infrastructuur aan op de grondstoffen en energie van morgen, zoals waterstof, zodat ook een duurzame industrie op dezelfde manier efficiënt kan blijven samenwerken. De havenbedrijven zien dat veel industriële bedrijven graag willen investeren in verduurzaming van hun productie, maar nog geen definitieve investeringsbeslissing hebben genomen. Voor hen is het cruciaal dat het Europese investeringsklimaat voldoende zekerheden en perspectief biedt voor de toekomst. Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) stimuleert de industrie om te verduurzamen en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) versterkt een gelijk speelveld wereldwijd. Een brede, stimulerende Europese industriepolitiek is een noodzakelijke aanvulling om bedrijvigheid te behouden, zeker als Europa haar afhankelijkheden van andere landen wil beperken en koploper wil blijven in innovatieve, duurzame maakindustrie. Ruimte in havens is al schaars, en duurzamere, bijvoorbeeld circulaire, productie vraagt om veel meer ruimte en soms tijdelijk om extra milieubelasting. We moeten daarom samen onderzoeken welke activiteiten we in Europa echt nodig hebben. Waar is die ruimte beschikbaar; fysiek en in regelgeving? Hoe zien onze havens en industrie er in 2050 uit, als deze klimaatneutraal zijn geworden? Een gezamenlijk antwoord geven op die vragen lukt alleen als ook de overheden met een internationale blik naar de industrie kijken en Europa ook op dit vlak écht samengroeit. Als de Europese regeringen dat niet doen, blijven investeringen in verduurzaming in Europa uit en verplaatst de industrie zich naar buiten Europa. Dat betekent meer import van buiten de EU met negatieve gevolgen voor het klimaat, onze strategische autonomie en welvaart. Ik hoop dat de industrie de kans krijgt om in Europa de benodigde transitie door te maken. Laten we gezonde concurrentie behouden en onze samenwerking aan de energietransitie versterken. Boudewijn Siemons, CEO, Port of Rotterdam Authority
Sommige verklaringen moeten op papier met handtekening worden afgelegd, bijvoorbeeld het aanzeggen van ontslag (§ 623 Bürgerliches Gesetzbuch) of het aanvragen van ouderschapsverlof (§ 16 Bundeselterngeld- und Elternzeitgesetz). Als daaraan niet wordt voldaan, dan is de desbetreffende verklaring nietig. Een per e-mail aangezegd ontslag heeft naar Duits recht dus geen effect. Niet alle Duitse verklaringen hoeven schriftelijk Dat betekent echter niet dat alle verklaringen schriftelijk moeten worden afgelegd. Een niet zelden voorkomend misverstand is bijvoorbeeld dat een arbeidsovereenkomst naar Duits recht schriftelijk moet worden aangegaan. Ook naar Duits recht kan een arbeidsovereenkomst namelijk gewoon mondeling worden gesloten. Er zijn in feite maar weinig afspraken in een arbeidsovereenkomst, waarvan de Duitse wetgever heeft bepaald dat ze schriftelijk moeten worden vastgelegd. Arbeidsvoorwaarden op papier Het feit dat een arbeidsovereenkomst naar Duits recht over het algemeen niet aan een bijzondere vorm is gebonden, laat onverlet dat werkgevers wel verplicht zijn om bepaalde informatie over arbeidsvoorwaarden schriftelijk te verstrekken. Dit is naar Nederlands recht ook niet anders (artikel 7:655 BW). Deze verplichting berust op een Europese richtlijn (2019/1152). Die richtlijn dient te waarborgen dat werknemers op de hoogte zijn van de belangrijkste voorwaarden die hun arbeidsovereenkomst betreffen. Anders dan de Nederlandse wetgever staat de Duitse wetgever het expliciet toe dat deze informatie volledig in de tekst van de arbeidsovereenkomst wordt opgenomen (§ 2 Nachweisgesetz). Anders dan de overige wetgevers van de lidstaten van de Europese Unie heeft de Duitse wetgever echter vastgelegd dat deze informatie echt op papier moet worden verstrekt. De elektronische vorm volstaat in dit geval niet. Mogelijk versoepeling in strenge papiervormen Voor de praktijk is dat niet handig. De Duitse regering heeft daarom op 21 maart 2024 voorgesteld dat dit strenge vormvereiste komt te vervallen. Als dit voorstel wet wordt, kunnen werkgevers hun werknemers dan ook naar Duits recht via de elektronische vorm informeren over arbeidsvoorwaarden. De strenge papiervorm blijft echter vereist voor bepaalde afspraken, zoals een beëindigingsovereenkomst (§ 623 Bürgerliches Gesetzbuch). Het aanzeggen van ontslag moet eveneens nog steeds op papier gebeuren. Het zou voor de praktijk makkelijker zijn, als de Duitse wetgever ook in deze gevallen de elektronische vorm zou toestaan. Dat daardoor rechten van werkgevers of werknemers zouden worden geschaad, is eerder onwaarschijnlijk. Tekst: Ulrike Tudyka Bron: Bundesrechtsanwaltskammer (26 maart 2024). Regierung einigt sich: Arbeitsverträge künftig per E-Mail möglich
Een grote meerderheid van de bedrijven ziet concrete voordelen in belangrijke ontwikkelingen in de EU. Het gaat daarbij vooral om factoren als politieke stabiliteit (82 procent), een gemeenschappelijke, stabiele munt (76 procent), uniforme EU-normen en standaarden (68 procent), toegang tot Europese markten (66 procent), minder concurrentieverstoringen (64 procent) en het aantrekken van geschoolde werknemers uit andere EU-landen (61 procent). Het is echter alarmerend dat bijna twee derde van de Duitse industriële bedrijven van mening is dat de EU de afgelopen vijf jaar minder aantrekkelijk is geworden als vestigingsplaats. Slechts vijf procent ziet verbeterde vestigingsvoorwaarden. In alle sectoren ziet 56 procent de aantrekkelijkheid afnemen en zeven procent ziet een toename. Toponderwerpen: Energievoorziening, cyberveiligheid en vermindering van bureaucratie Bedrijven zien een dringende behoefte aan actie om het concurrentievermogen van de EU als bedrijfslocatie te verbeteren, vooral als het gaat om bureaucratie. 95 procent van de ondervraagden vindt dat de EU de hoogste prioriteit moet geven aan het verminderen van de bureaucratie. De reden hiervoor is dat dubbele regelgeving en inconsistente rapportageverplichtingen de norm zijn geworden. Dit kost tijd, geld en personeel. In 2023 kwamen er voor elke afgeschafte wet vijf nieuwe EU-wetten in de plaats. De DIHK roept daarom op om de noodzakelijke initiatieven in de komende zittingsperiode consequent door te voeren, zodat de verlichting voor bedrijven snel merkbaar is. Meer dan twee derde van de bedrijven (68 procent) wil een stabiele en betaalbare energievoorziening als tweede focus van het komende EU-beleid. In energie-intensieve sectoren is dat zelfs 76 procent. Bedrijven benadrukken ook dat effectieve bescherming tegen cyberaanvallen steeds belangrijker wordt. Ongeveer de helft van de bedrijven (52 procent) ziet het voorkomen van digitale aanvallen als een extra prioriteit voor de EU. Europa als aantrekkelijke locatie Om geen terrein te verliezen in de internationale concurrentie moet de EU in de volgende zittingsperiode de nodige initiatieven nemen, zoals het verminderen van de bureaucratie. Dit stelt ondernemers in staat hun middelen anders te bundelen en bijvoorbeeld hun activiteiten en bedrijfsactiviteiten klimaatvriendelijker te reorganiseren. Verdere kansen voor de EU als vestigingsplaats liggen vooral in de bevordering van innovatie, technologische vooruitgang, versterking van de digitalisering en het gebruik van kunstmatige intelligentie. Tekst: Vivien Caesar
Volgens de Duits-Nederlandse Handelskamer, dochterorganisatie van de DIHK, zijn er tien punten waaraan de EU dringend moet werken: 1. Verminderen van bureaucratie Voor elke Europese wet die in 2023 werd afgeschaft, kwamen er vijf nieuwe wetten voor in de plaats - het is dus geen verrassing dat 95 procent van de ondernemers in de bedrijvenbarometer het verminderen van de bureaucratie als het belangrijkste instrument ziet om het concurrentievermogen van de EU te verbeteren. Minder bureaucratie is geen nieuwe eis. EU-politici kondigen voortdurend aan dat ze iets aan de situatie willen doen. Een jaar geleden nog riep onder andere EU-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen op tot een vermindering van 25 procent van de rapportageverplichtingen in de EU. Een jaar later is er echter meer bureaucratie in plaats van minder. Een goed voorbeeld hiervan is de Europese leveringsketenwet: 43 procent van de ondervraagde bedrijven beoordeelt deze als negatief voor het concurrentievermogen van de EU. 2. Snellere autorisatieprocedures Naast gedetailleerde documentatievereisten zetten complexe vergunnings- en autorisatieprocedures de bereidheid om te innoveren en te investeren onder druk. Toch kan het ook anders, zoals te zien was in het Deutschlandtempo van kanselier Olaf Scholz bij de bouw van LNG-terminals, na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Maar helaas zijn snelle vergunningsprocedures nog steeds de uitzondering. Vaste termijnen voor vergunningsprocedures in alle economische sectoren zijn een belangrijke stap in de goede richting. Hiervoor geldt ook: minder is meer. Informatie- en rapportageverplichtingen beperken in plaats van uitbreiden. 3. Internationaal concurrerende energieprijzen Hoge energieprijzen drijven Europa als vestigingsplaats tot aan haar grenzen. Om in de EU op mondiaal niveau blijvend concurrerend te kunnen produceren, moeten klimaatbescherming en concurrentievermogen nog beter op elkaar worden afgestemd. Totdat goedkope hernieuwbare energie in voldoende hoeveelheden beschikbaar is, betekent dit een overgangsperiode met eenvoudige lastenverlichting voor bedrijven. Een volledig geïntegreerde interne elektriciteitsmarkt leidt tot gunstigere elektriciteitsprijzen binnen de EU. De opdeling van Europa in talrijke kleine prijszones zorgt daarentegen voor meer kosten. Het is daarom noodzakelijk dat de politiek een gemeenschappelijke Europese energie-infrastructuur (van het elektriciteitsnet tot waterstofpijpleidingen) bevordert. Anders dreigen energie-intensieve industrieën weg te trekken en blijven toekomstgerichte bedrijven zoals chipfabrikanten of batterijproducenten weg vanwege de hoge energiekosten. Terwijl juist zij zo belangrijk zijn voor Europa als vestigingslocatie. 4. De veerkracht van waarde- en aanbodketens vergroten De verstoringen van de toeleveringsketen van de afgelopen jaren toonden aan dat Europa haar continuïteit van de energievoorziening, grondstoffen en strategisch belangrijke technologieën kan waarborgen, door de veerkracht van deze waarde- en toeleveringsketens te vergroten. Dat betekent het verminderen van eenzijdige afhankelijkheid van individuele leverancierslanden. Bedrijven diversifiëren hun toeleveringsketens deels al zelf, maar naast nieuwe handels- en grondstoffenovereenkomsten hebben ze extra steun van de EU nodig. Dit in de vorm van een door de staat gesubsidieerde opbouw van nieuwe waardeketen in de EU. Ook hier is versnelling van de kennisgevingsprocedures van groot belang. 5. Innovatie en onderzoek in de EU versterken Bedrijven geven herhaaldelijk aan dat buitensporige regelgeving en onvoldoende overdracht van wetenschap naar marktrijpe producten de grootste obstakels zijn voor verdere innovatie. Maar ook financiële middelen moeten worden verhoogd: Hoewel Duitsland in een wereldwijde vergelijking een van de landen is met de hoogste uitgaven voor innovatie en onderzoek in verhouding tot het bbp, blijft het EU-gemiddelde (2,32 procent) ver achter bij Zuid-Korea (4,81 procent), de VS (3,45 procent) en Japan (3,26 procent). 6. Handelsovereenkomsten bevorderen De internationale samenwerking met belangrijke handelspartners kan worden verbeterd door middel van nieuwe handelsovereenkomsten. Wanneer de EU de bilaterale handelsovereenkomsten niet overlaadt met niet-zakelijke kwesties, kunnen ze gemakkelijker worden afgerond. Met name voor de ratificatie van de EU-overeenkomst met de Mercosur-landen en de onderhandelingen over de overeenkomsten met India geldt dat het hoog tijd is voor afronding. 7. Het gebruik van gegevens mogelijk maken Gegevens zijn een belangrijke economische troef en een doorslaggevende concurrentiefactor voor bedrijven. Daarom is een innovatievriendelijk, algemeen toepasbaar en veilig rechtskader nodig, om bedrijfsmodellen in de EU in te voeren die op gegevens gebaseerd zijn. Voor goed gebruik en toegang tot industriële gegevens, moeten juridische onduidelijkheden in de huidige versie van de gegevenswet worden opgehelderd. Om het gebruik van gegevens binnen Europa te versterken, hebben bedrijven mechanismen nodig voor gegevensuitwisseling, normen, interfaces en de oprichting van een open, transparante en betrouwbare gegevensinfrastructuur binnen Europa. 8. Kansen van kunstmatige intelligentie benutten Bij het ontwerpen van het Europese rechtskader voor kunstmatige intelligentie (AI) is het belangrijk om de veiligheid, transparantie en betrouwbaarheid van AI-systemen te versterken en tegelijkertijd innovatievriendelijke randvoorwaarden te handhaven. Wettelijke regels mogen geen onnodige belemmeringen opwerpen voor de verdere ontwikkeling van AI en dienen innovatie juist aan te moedigen. Door kansen te grijpen die de technologie biedt, kan Europa een voortrekkersrol spelen bij de ontwikkeling van veilige, transparante en betrouwbare AI. 9. Cyberveiligheid uitbouwen Er bestaan al wettelijke vereisten voor kritieke infrastructuren en andere belangrijke bedrijven. Deze wetten mogen kleine en middelgrote ondernemingen niet onevenredig belasten met documentatieverplichtingen en aansprakelijkheid. Het ontwerp van de Cyber Resilience Act lijkt de juiste aanpak, maar mag niet zover gaan dat het innovatie verhindert, bijvoorbeeld op het gebied van open source-oplossingen. 10. Ontwikkelen, aantrekken en behouden van geschoolde arbeidskrachten Het tekort aan geschoolde arbeidskrachten is een van de grootste economische en maatschappelijke uitdagingen in zowel Nederland als Duitsland. Uit de laatste DIHK-enquête werd het genoemd als het op één na meest voorkomende bedrijfsrisico - na energie- en grondstofprijzen. Van alle ondervraagde bedrijven, ziet 62 procent dit als een probleem. Om geschoolde arbeidskrachten vast te houden, zouden in heel Europa de lidstaten van intensieve loopbaanbegeleiding de regel moeten maken. Ook dienen beroepskwalificaties, de mogelijkheden van bedrijfsinterne opleidingen en hoger beroepsonderwijs als gelijkwaardig alternatief voor academisch onderwijs worden benadrukt. De migratie van arbeidskrachten van buiten Europa speelt ook een steeds belangrijkere rol, maar werving uit derde landen kost vaak veel tijd, is bureaucratisch en ingewikkeld. Alleen als Europa erin slaagt om een duurzame transitie van de economie te combineren met mondiale concurrentiekracht, kan Europa haar aantrekkelijkheid als vestigingsplaats voor bedrijven terugwinnen en zich niet alleen positioneren voor de toekomst, maar ook een model worden voor andere regio's in de wereld.
De Industrie- en Handelskamer in Münster (IHK Nord Westfalen) wil met dit IT-congres een impuls geven aan de Duits-Nederlandse samenwerking. Peter Altmaier, voormalig Duitse minister voor Economische Zaken en een bewezen promotor van de Duits-Nederlandse samenwerking, spreekt tijdens de opening. Groene technologie Bij het thema groene technologie gaat het deze keer vooral om duurzame energieopwekking en circulaire economie. Phil Eisberg van de Duitse start-up 1KOMMA5° Voltark presenteert oplossingen voor duurzaam elektriciteitsbeheer, Christian Grotholt van 2G Energy legt uit hoe warmtekrachtkoppeling in warmtekrachtcentrales haar rol als ruggengraat van de energietransitie vervullen kan en Henning Dicks van agriportance vertelt over de markt voor biomethaan en presenteert technologieën om de efficiëntie te verhogen. Wat het digitale productpaspoort is, hoe het kan bijdragen aan de circulaire economie en wie het moet gebruiken, wordt besproken in een paneldiscussie met Lars Baumgürtel van ZINQ, Thomas Rödding van Narravero en Saredin Seine van Seine Batteriesysteme. Kunstmatige intelligentie Ledenbedrijven van het IT-Forum Nord Westfalen presenteren verschillende AI-gebruikscases. Dit is een netwerk van IT-dienstverleners uit de regio en medeorganisator van de Digital Summit Euregio. Informationsfabrik uit Münster spreekt bijvoorbeeld over de implementatie van een zelflerende chatbot bij Westfalen AG met als doel de efficiëntie in de klantencommunicatie te verhogen. Hoe gegevensoptimalisatie werkt met behulp van AI, wordt uitgelegd door het Duits-Nederlandse bedrijf Demcon. Dr. Holger Schmidt, redacteur van de nieuwsbrief van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, neemt de invloed van AI op de economie het arbeidsleven onder de loep. Uitwisseling voor meer samenwerking "Tijdens het congres zien we uit al deze voorbeelden dat Duitsland en Nederland samen veel in huis hebben om innovatie op gebied van AI en groene technologie te bevorderen", aldus Günter Gülker, directeur van de Duits-Nederlandse Handelskamer. Ook Sebastian van Deel, hoofd Digitalisering, Industrie en Internationaal bij IHK Nord Westfalen ziet grote kansen voor grensoverschrijdende samenwerking. “Met name op de gebieden van geavanceerde productie en robotica, energie, medische technologie en circulaire economie.” Hans Brouwers, bedrijvenpromotor voor de provincies Gelderland en Overijssel, bespreekt in een paneldiscussie met vertegenwoordigers van beide landen hoe samenwerkingen kunnen worden bevorderd. Start-up wedstrijd Andere keynotes worden gegeven door Lara Sophie Bothur van Deloitte, Duitslands eerste fulltime corporate influencer, en Nederlandse tech-ondernemer Jim Stolze. Bovendien wordt ook dit jaar het programma afgesloten met een start-up wedstrijd. Zes Duitse en Nederlandse bedrijven presenteren hun innovatieve bedrijfsideeën tijdens de "Digital Summit Euregio Award", waaraan 5.555 euro is verbonden. Het publiek bepaalt wie de prijs wint. Organisatoren De organisatoren van de Digitale Top Euregio zijn de Duits-Nederlandse Handelskamer, het IT-Forum Nord-Westfalen, de Digital Hub münsterLAND, Oost NL (business development organisatie voor de provincies Gelderland en Overijssel) en de IHK Noord-Westfalen. Meer informatie en tickets
Een nieuw kabinet, beleidsinitiatieven, wetswijzigingen en overheidsbesluiten hebben allen met elkaar gemeen dat ze impact kunnen hebben op het dagelijks functioneren van een bedrijf, organisatie of de maatschappij. Als bedrijf kun je overwegen dat proces gade te slaan en rustig af te wachten wat er uit gaat komen. Een zinvollere strategie is te kijken hoe je een dergelijk proces kunt beïnvloeden. Want wie zit er te wachten op een bepaalde nieuwe technologie die onvoldoende wordt gestimuleerd of zelfs tot stilstand wordt gebracht als je actief bent in de innovatieve sector? Of dat investeringen in onroerend goed amper nog renderen als gevolg van bepaalde regulering, terwijl je investeerder bent in onroerend goed? Of dat er door een kabinet rondom de energietransitie ineens andere keuzes zouden worden gemaakt en je actief bent in de duurzame energiesector? Dit en vele andere voorbeelden maken duidelijk dat er voor bedrijven grote belangen op het spel staan. Belangen die je het liefst zo goed mogelijk wil behartigen. Maar hoe doe je dat nou eigenlijk, succesvol lobbyen? Vanuit mijn professionele ervaring van meer dan 25 jaar in public affairs, deel ik graag de vijf belangrijkste lessen om een succesvolle lobby op touw te zetten. Les 1: Ken het stakeholderveld Op de eerste plaats is het belangrijk te weten wie er allemaal een belang heeft bij jouw onderwerp. Dan gaat het er niet alleen om te weten hoe de stakeholders heten, maar vooral wat hun (deel)belangen zijn en wat hun standpunten zijn. Daarnaast is het verstandig uit te zoeken hoe ze tegenover het onderwerp staan, hoeveel belang ze hier aan hechten en welke invloed ze hebben. Met dit inzicht van het stakeholderveld ben je in staat veel gerichter boodschappen te ontwikkelen en de juiste vervolgstappen te zetten. Les 2: Probeer de ander niet te overtuigen van je eigen gelijk Niets lijkt frustrerender dan politici en besluitvormers die niet snappen wat jij bedoelt. ‘Ik zal het ze nog één keer uitleggen’, is dan ook een gedachte die bij velen snel opkomt. Toch is dit een verkeerde strategie die in de praktijk helaas nog te vaak wordt gebruikt. Veel beter is het om aansluiting te vinden bij het belang van de ander. Op basis van het inzicht dat je in stap één hebt opgedaan over je stakeholders, heb je daarvoor ook alle ingrediënten. Zo is het veel makkelijker om bijvoorbeeld emissieloos vervoer te bepleiten dat bijdraagt aan een schonere leefomgeving, dan te pleiten voor jouw specifieke technische oplossing. Les 3: Denk vanuit maatschappelijke meerwaarde De reden dat een gemeente instemt met jouw plan is niet omdat die gemeente de groei van jouw bedrijf gunt, maar omdat jouw bedrijf bijdraagt aan belangrijke werkgelegenheid, voor ontwikkeling van de omgeving zorgt en mogelijk een aanzuigende werking heeft op hooggekwalificeerd personeel met goede koopkracht. Het denken vanuit maatschappelijke meerwaarde is essentieel om de handen op elkaar te krijgen voor jouw plan. Les 4: Van legal compliance naar maatschappelijke compliance Als gevolg van de Sarbanes-Oxley wetgeving in de VS in 2002 en de Code Tabaksblat in Nederland in 2003, focussen bedrijven zich in de afgelopen twee decennia op de legal compliance: het willen voldoen aan alle geldende regels. Dit vanuit het adagium dat als je juridisch voldoet aan de regels, je het als bedrijf goed doet. Dit is echter een gepasseerd station. Niet het voldoen aan de regels (wat een hygiënefactor is geworden), maar het voldoen aan maatschappelijke wensen en eisen wordt steeds belangrijker, oftewel de maatschappelijke compliance. Zo kan een besluit van de RvC over de hoogte van een salaris voor de CEO nog zo legitiem zijn, als de maatschappij dit niet accepteert rest er weinig anders over dan dit terug te draaien wil je als bedrijf geen schade oplopen, zo heeft een Nederlandse grootbank aan den lijve ondervonden. Les 5: Zoek naar duurzame oplossingen Zou je eigenaren van een bedrijf vragen naar wat zij het belangrijkste vinden, dan staat continuïteit vaak bovenaan het lijstje. Om continuïteit te waarborgen is het aan te bevelen naar duurzame oplossingen te zoeken en niet voor de kortetermijnwinst te gaan. Jouw lobbyresultaten moeten daar een afspiegeling van zijn. In een bepaald lobbytraject de grote winst behalen, maar andere partijen bekaaid achterlaten lijkt misschien op de korte termijn een mooie winst. Op de lange termijn kom je de andere partijen weer tegen. En denk maar niet dat zij het verleden zomaar vergeten. Een effectief lobbytraject vergt het nodige denkwerk. Zorg ervoor dat je heldere doelen hebt, goed vooronderzoek doet, adequate boodschappen formuleert, de juiste strategie ontwikkelt, zorg draagt voor een nauwgezette uitvoering en soms ook een lange adem hebt. Bovenstaande lessen helpen je in ieder geval om een succesvolle lobby te realiseren. Over de auteur Kevin Zuidhof is oprichter en managing director van public affairs en stakeholdermanagementbureau IvCB uit Den Haag en is voormalig voorzitter van de Beroepsvereniging voor Public Affairs