De economische relatie tussen Duitsland en Nederland is al decennialang hecht. Duitsland is de belangrijkste handelspartner van Nederland, terwijl Nederland de op twee na grootste exportmarkt is voor Duitsland. De cijfers spreken boekdelen: in 2023 bedroeg de handelswaarde tussen beide landen maar liefst 215 miljard euro. Vooral in de hightechsector zijn de landen elkaar sterk gaan aanvullen. Zo zijn het Duitse Zeiss en Trumph de belangrijkste innovatiepartners voor het Nederlandse ASML dat van Nederland een wereldspeler maakt in de semiconductorindustrie met zijn lithografiemachines die essentieel zijn voor de wereldwijde productie van chips.
Het Nederlandse en de Duitse chipbedrijven Bosch en Infineon bouwen samen met het Taiwanese TSMC een nieuwe chipfabriek in Dresden. Een investering van meer dan tien miljard euro, mede ondersteund door de Duitse overheid. De fabriek gaat jaarlijks miljarden chips produceren, en wel juist die chips waar de Europese industrie behoefte aan heeft. Dit is essentieel voor de open Europese strategische autonomie. De automobielsector ondergaat een revolutie. Elektrificatie, connectiviteit en rijtaak-ondersteunende systemen vereisen steeds meer gespecialiseerde chips. Gemiddeld zitten in iedere auto die in de wereld geproduceerd wordt duizend chips. Bij geavanceerde elektrische auto’s kan dat aantal oplopen tot wel zevenduizend.
Een voorbeeld van een cruciale automotive chip is de radarchip. Alle top 20 automerken gebruiken daarvoor NXP-chips. Deze chips zorgen ervoor dat auto’s automatisch afstand kunnen houden tot hun voorganger, maar ook zelfstandig een noodstop kunnen maken als een kind onverwacht de weg op rent.
De automotive chipmarkt is na artificial intelligence de grootste groeimarkt de komende vijf tot acht jaar. En aangezien de hele chipindustrie volgens een recent onderzoek van McKinsey in dat tijdsbestek zal verdubbelen, ligt hier een enorme kans voor Duits-Nederlandse samenwerking. Duitsland brengt een ongeëvenaarde ervaring in de automotive-sector in, terwijl Nederland toonaangevende technologie levert op het gebied van chips en chipproductie.
Toch staat Europa onder druk. Minder dan 10 procent van de chips in de wereld worden in Europa geproduceerd, terwijl Azië verantwoordelijk is voor 75 procent van de productie. Om deze afhankelijkheid te verminderen, hebben de EU-lidstaten, waaronder Duitsland en Nederland, het European Chips Act-initiatief omarmd. Met een budget van 43 miljard euro aan subsidies en investeringen, heeft dit als doel de Europese chipproductie tegen 2030 te verdubbelen naar 20 procent van de wereldproductie.
De Europese Chips Act geeft een duidelijk signaal: alleen door samenwerking en coördinatie kan Europa concurreren met wereldspelers zoals de VS en China, die ook fors investeren in de chipsector. In 2022 heeft de Amerikaanse overheid de CHIPS and Science Act goedgekeurd, waarmee 52 miljard dollar beschikbaar wordt gesteld voor de chipindustrie. China heeft tussen 2014 en 2024 naar schatting 150 miljard dollar in de sector geïnvesteerd. Tegen deze achtergrond is het cruciaal dat Nederland en Duitsland hun expertise combineren om een leidende positie in Europa te behouden.
Naast technologische innovatie staan beide landen ook voor een gedeelde uitdaging: verduurzaming. Zowel Duitsland als Nederland hebben ambitieuze klimaatdoelen die een transitie vereisen naar duurzame mobiliteit en energie-efficiëntie. Chips spelen een sleutelrol in het verlagen van energieverbruik van elektrische voertuigen, slimme netwerken en industrie 4.0. Door samen te werken aan innovaties op dit gebied kunnen Nederland en Duitsland hun technologische voorsprong inzetten om ook op duurzaamheidsvlak koplopers te blijven.
De samenwerking tussen Duitsland en Nederland op het gebied van semiconductors en automotive is niet alleen een economische noodzaak, maar ook een strategische keuze voor de toekomst van Europa. Door gezamenlijk in te zetten op innovatie, duurzaamheid en talentontwikkeling kunnen beide landen niet alleen hun concurrentiepositie versterken, maar ook bijdragen aan een sterker, zelfstandiger Europa. De fundamenten voor succes zijn gelegd; nu is het tijd om deze samenwerking verder uit te bouwen en de technologische toekomst van Europa te waarborgen.
Tekst Maurice Geraets