Een gastcommentaar van Kevin Zuidhof, oprichter en directeur van IvCB, een public affairs bureau in Den Haag.
Het regeerprogramma is een nadere uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord, op basis waarvan de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB op 2 juli een regering vormden, maar er veel vragen overbleven hoe die plannen concreet gestalte zouden krijgen. Met de nu gepresenteerde Miljoenennota wordt alles nu ook voorzien van budgetten, en krijgen we beter zicht op wat de plannen van het kabinet-Schoof I inhouden. Waarin wil dit kabinet nu echt investeren en waarin juist niet en wat betekent dit voor bedrijven en organisaties?
Deze Prinsjesdag is een van de eerste grote beproevingen voor het nieuwe kabinet. Dit omdat het de eerste keer is dat de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB gezamenlijk hun plannen nader toelichten en een begroting presenteren. In deze Prinsjesdag special zet IvCB uiteen wat voor organisaties en bedrijven aangesloten bij de Duits-Nederlandse Handelskamer van belang kan zijn.
Plannen op hoofdlijnen
Investeringen en bezuinigingen
De plannen voor het komende jaar zijn tot op een zekere hoogte een trendbreuk met de afgelopen kabinetten onder premier Rutte. Zo wordt er een bewuste keuze gemaakt voor extra investering in een hard asielbeleid en veiligheid. Het goede nieuws is dat er ook meer geld naar het bedrijfsleven gaat. Datzelfde geldt voor kernenergie. Het kabinet is van plan daar 14,1 miljard euro extra aan uit te geven voor uitbreiding. Om dit allemaal te bekostigen heeft het kabinet onder andere besloten om de cultuursector extra te belasten, door het btw-tarief voor culturele goederen en diensten te verhogen van 9% naar 21% (per 2026). Die btw-verhoging geldt ook voor sportwedstrijden en sportscholen, sportverenigingen zijn dan wel weer uitgezonderd. Daarnaast heeft het kabinet besloten om het mes te zetten in de onderwijsbegroting. Deze bezuinigingen in omvang van 430 miljoen euro hebben een impact op de beschikbare middelen voor onderwijs, onderzoek en innovatie. Ook worden er bezuinigingen doorgevoerd op ontwikkelingssamenwerking. Waarvoor in 2025 maar liefst 300 miljoen euro minder beschikbaar zal zijn.
100 duizend nieuwe woningen per jaar en lagere eigen risico zorg
Op het gebied van de huizenmarkt blijft het kabinet investeren in de doelstelling om jaarlijks 100 duizend nieuwe woningen te realiseren. Daarnaast wordt de overdrachtsbelasting voor het kopen van een tweede huis verlaagd van 10,4% naar 8%. Dit om de huursector te stimuleren. Op gezondheidszorg zijn er geen grote verschuivingen, wel verankert het kabinet haar plan om het eigen risico omlaag te brengen van 385 euro naar 165 euro.
Minder naar ontwikkelingssamenwerking, meer naar defensie en stikstof aanpakken
Het buitenlandbeleid van Nederland krijgt een nieuw gezicht, met forse bezuinigingen op zowel ontwikkelingssamenwerking (min 300 miljoen euro) als ook op het budget van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar staat tegenover dat Nederland blijft investeren in defensie, met als doel de 2% norm van de NAVO te behalen. Er wordt ook extra geld uitgetrokken om de Nederlandse infrastructuur te verbeteren, waaronder het wegennet. Tot slot houdt de stikstofcrisis nog steeds het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur in de ban. De nieuwe minister Wiersma is genoodzaakt om ingrijpende maatregelen te nemen om de stikstof uitstoot van boeren te verminderen, wat reeds tot forse kritiek uit de sector heeft opgeleverd.
Kritiek planbureaus
De drie planbureaus van Nederland hebben daarnaast ook felle kritiek op de plannen van Schoof I geuit. Het kabinet is in de woorden van het Centraal Planbureau (CPB), het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), te veel gericht op de korte termijn en maakt op meerdere vlakken haar ambities te weinig concreet. Dankzij de plannen van het kabinet om het klimaat- en natuurbeleid af te zwakken in de komende periode, vrezen de planbureaus dat de Europese doelstellingen niet behaald zullen worden. Het statement van de planbureaus luidt dan ook: “Het kabinet legt de prioriteit op de brede welvaart hier en nu ten koste van brede welvaart later en elders”
Ondernemingsklimaat
Om het verdienvermogen van Nederland te versterken wil het kabinet het ondernemingsklimaat verbeteren, de regeldruk verminderen en de concurrentiepositie en weerbare economie versterken. Het kabinet streeft ernaar om weer tot de top-5 van meest concurrerende landen te behoren. Om dit te bereiken voert het kabinet onder andere lastenverlichtingen door voor het bedrijfsleven, zoals het terugdraaien van de verlaging van de mkb-winstvrijstelling, het terugdraaien van de afschaffing inkoop eigen aandelen, de verlaging van de renteaftrekbeperking vpb naar 25%, het terugdraaien van de verhoging van de CO2-heffing voor de industrie en het terugdraaien van de verhoging van de Energiebelasting. Daarnaast zet het kabinet geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid (Nederland voert met enige regelmaat nationale verzwaringen door bovenop Europees beleid) en wil het kabinet reeds bestaande nationale koppen heroverwegen en waar nodig en mogelijk zelfs schrappen. Het gaat dan vooral om nationale koppen die zorgen voor extra regeldruk op basis van bestaande en aanvullende inventarisaties.
Pact Ondernemingsklimaat
Via een Pact Ondernemingsklimaat wil het kabinet het vertrouwen van ondernemers versterken door samen met ondernemers, experts uit het bedrijfsleven, sociale partners en wetenschap het ondernemingsklimaat te verbeteren. Het Ministerie van Economische Zaken en haar minister zullen via een ministeriële stuurgroep sturing geven en toezicht houden op de realisatie van de ambities, waaronder de verlaging van de regeldruk en de aanpak van nationale koppen. De resultaten die uit het Pact voortkomen vormen mede input voor het programma Versterking Ondernemingsklimaat dat knelpunten gaat aanpakken op het gebied van regeldruk, fiscaliteit, fysieke ruimte, netcongestie, talent en financiering. Via de Monitor Ondernemingsklimaat wordt jaarlijks de stand van zaken gemeten en, op basis van de resultaten, verdere actie ondernomen.
Versterking interne markt
Om het makkelijker te maken voor Nederlandse ondernemers en burgers om in andere lidstaten te investeren, te handelen en te consumeren zet het kabinet zich in voor versterking van de Europese interne markt en vermindering van ongerechtvaardigde belemmeringen. Dit betreft de uitvoering van de kabinetsbrede agenda. Daarbij kan gedacht worden aan concrete acties voor energiemarkten, handel in diensten en het versterken van de kapitaalmarktunie om zo het vrij verkeer van kapitaal en daarmee de toegang tot private financiering voor bedrijven te bevorderen. Dit kabinet maakt zich hard voor een Europees verbod op territoriale leveringsbeperkingen.
Visie op ruimtelijke en economische structuur
Om schone bedrijven die toegevoegde waarde leveren voor heel Nederland toekomst te bieden, publiceert het kabinet deze kabinetsperiode een visie op de ruimtelijke en economische structuur. Daarnaast zal het kabinet zich inzetten om bedrijventerreinen toekomstbestendig en betaalbaar te houden, omdat 75% van de mkb-bedrijven gevestigd is op een bedrijventerrein.
Nationaal Groeifonds meer dan € 11 mld
Met het Nationaal Groeifonds wordt ingezet op maar liefst 51 projecten die met investeringen van ruim € 11 mld het duurzaam verdienvermogen van Nederland moeten versterken. Deze projecten zijn gericht op kennisontwikkeling, onderzoek en innovatie. Het Ministerie van EZ zet zich als mede-fondsbeheerder in om de doelstellingen van het Nationaal Groeifonds te realiseren. Daarnaast is het Ministerie van EZ als uitvoerend departement verantwoordelijk voor de uitvoering van 11 Nationaal Groeifonds projecten. De komende jaren stuurt het Ministerie van EZ vanuit haar rol als fondsbeheerder en uitvoerder aan op het behalen van een zo groot mogelijke economische en maatschappelijke impact. Dit doet het Ministerie van EZ samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en andere publieke en private partijen die betrokken zijn bij deze projecten.
Toekomstfonds voor risicofinanciering
Er komt ook een Toekomstfonds. Dit fonds richt zich op het vergroten en beschikbaar stellen van (risico)financiering voor bedrijven met verschillende instrumenten. Naast het Toekomstfonds fungeert Invest-NL als vehikel voor investeringen in de latere ontwikkelfase van innovatieve mkb-bedrijven, hiervoor is vanuit het hoofdlijnenakkoord € 1 mld beschikbaar gesteld.
Digitale innovatie
De focus in 2025 blijft op het stimuleren van digitale innovatie (AI, data, cloud, 6G en cybersecurity) met een grote impact op de economische
en maatschappelijke vooruitgang. Daarbij heeft het kabinet speciale aandacht voor het mkb, de doorgroei van startups, en de implementatie van digitale sleuteltechnologieën in sectoren landbouw, energie, zorg en mobiliteit.
Energie
Meer wind op zee, minder op land
Om de verduurzaming van de Nederlandse industrie in bredere zin mogelijk te maken, streeft het kabinet ernaar het uitroltempo en de beschikbaarheid van duurzame energie, zoals wind op zee, zoveel mogelijk te behouden. Het kabinet heeft de ambitie om in 2040 50 GW offshore windenergie te realiseren. Daarbij zal de overheid de huidige routekaart voor 21 GW onverminderd uitvoeren. Windturbines zullen zoveel mogelijk op zee geplaatst worden en niet meer op land. In 2025 zal de regering een nieuwe routekaart vaststellen voor windenergie op zee in 2040.
Europese wetgeving
In de EU geeft het kabinet aan een constructieve partner te willen zijn met de Europese klimaat- en energiewetgeving als belangrijke basis. EU-brede coördinatie van groene investeringen en een sterkere gezamenlijke elektriciteitsmarkt kunnen energiekosten verlagen én helpen bij goede bescherming van de consument. Duidelijkheid en voorspelbaarheid zijn van groot belang voor iedereen zo vindt het kabinet. Het kabinet wil daarom voor stabiel en uitlegbaar beleid zorgen, waarbij ze vasthouden aan bestaande afspraken voor 2030 en 2050, en de maatregelen en aangekondigde investeringen die hiertoe zijn vastgelegd, met de aanpassingen uit het Hoofdlijnenakkoord. Ook wil het kabinet inzetten op innovaties (o.a. technieken, nieuwere brandstoffen en procesinnovaties) met ondersteuning van de topsector Energie.
Industrie
Groene groei
Om groene groei in Nederland te realiseren moet het volgens het kabinet aantrekkelijk blijven voor zowel bestaande als nieuwe bedrijven om in ons land in verduurzaming te willen investeren. Het kabinet heeft daarom besloten het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) door te zetten. Met de maatwerkaanpak is het volgens het kabinet mogelijk onze basisindustrie in Nederland verduurzamen. Deze maatwerkaanpak richt zich op de ombouw van de bestaande industrie naar groene productieprocessen, met als doel het faciliteren van de verduurzaming, extra CO2-reductie en een gezondere leefomgeving. Daarvoor is commitment van zowel de overheid als bedrijven cruciaal. Randvoorwaarden die het Ministerie van KGG wil realiseren zijn (energie)infrastructuur (elektriciteit, waterstof, CCS), vergunningen en fysieke ruimte. Hiertoe zijn er clusterregisseurs aangesteld voor de industriële clusters om regionale knelpunten te signaleren en op te lossen. Uit het Klimaatfonds is € 275 miljoen beschikbaar voor investeringen in de verduurzaming van de industrie.
Regionale clusteraanpak
Het kabinet onderzoekt een regionale clusteraanpak voor bedrijfsoverstijgende uitdagingen (voor bijvoorbeeld de Botlek in Rotterdam of Chemelot in Limburg) en beziet een uitbreiding naar nieuwe bedrijven, waarbij aansluiting bij groeimarkten en nieuwe technologieën een belangrijke leidraad zal zijn. Voor de verduurzaming van de industrie zoekt het kabinet zoveel mogelijk aansluiting bij het uitroltempo en de beschikbaarheid van hernieuwbare energie, zoals windenergie op zee. De Clean Industrial Deal die de Europese Commissie heeft aangekondigd zal de concurrentiekracht en weerbaarheid van de Europese industrie versterken.
Tegemoetkoming stijgende elektriciteitskosten
Behoud van een gelijk speelveld heeft de aandacht van het kabinet. Het kabinet kan via de indirecte kostencompensatie-regeling (IKC) snel ingrijpen zodat bedrijven in stroom-intensieve sectoren een tegemoetkoming krijgen voor stijgende elektriciteitskosten. Dit verkleint de kans op koolstofweglek van deze bedrijven. Het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) bekostiging elektriciteitsinfrastructuur wordt naar verwachting in februari 2025 opgeleverd.
Infrastructuur
Dit kabinet trekt €2,5 miljard extra uit voor infrastructuur voor wegen en spoorlijnen.
Het kabinet gaat aan de hand van de resultaten die voortgekomen zijn uit onderzoek naar de Nedersaksenlijn met de regio bespreken hoe dit deel van Nederland beter kan worden ontsloten en zo kansen voor economische en maatschappelijke ontwikkeling op onder meer wonen, werken en leren kunnen vergroten.
Grensoverschrijdend spoorvervoer
Steeds meer mensen gaan ook met de trein naar het ons omringende buitenland. Het kabinet komt met een voorstel voor grensoverschrijdend spoorvervoer, inclusief de aansluiting van vijf treinstations op stations van de hogesnelheidslijnen net over de grens.
Betrouwbare vaarwegen
Ook wil het kabinet werk maken van duurzame binnenvaart en betrouwbare vaarwegen. Richting 2026 zal het kabinet gaan werken aan extra maatregelen in het kader van de Nationale Adaptiestrategie voor een betere bevaarbaarheid en bodemherstel van de rivieren, met name op de IJssel en de Waal.
Kansen en bedreigingen
Het regeerprogramma en de Miljoenennota bieden duidelijk ruimte voor ondernemerschap en daarin wordt zichtbaar geïnvesteerd. Dit biedt kansen voor bedrijven. Het versterken van het ondernemingsklimaat, met name door lastenverlichtingen en regeldruk te verlagen en andere belastende regels terug te draaien, biedt ruimte voor ondernemingen. Daarbij lijkt dit kabinet de groene agenda niet helemaal uit het oog verloren te hebben, waarvoor eerder werd gevreesd, met name ingegeven door verplichtingen waaraan wij als land internationaal nu eenmaal moeten voldoen. Tegelijkertijd is er hiervoor duidelijk wel mindere aandacht te bespeuren, zo getuige ook de kritiek van de drie planbureaus.
Het Pact Ondernemingsklimaat dat dit kabinet afkondigt en waarin het afspraken wil maken met ondernemers, sociale partners en de wetenschap om het ondernemingsklimaat te verbeteren, biedt kansen en zou daarom iets kunnen zijn waarin de DNHK of haar leden een actieve rol kunnen spelen. Concreet is het de bedoeling dat er nog dit najaar een ondernemingsklimaattop georganiseerd gaat worden. Ook de forse extra investering in infrastructuur kan een belangrijke impuls zijn voor de logistiek en de industrie.
Natuurlijk zijn er voor een aantal sectoren ook bedreigingen. Organisaties in de ontwikkelingssamenwerking zullen zondermeer meer druk ervaren. Met een aangekondigde forse btw-verhoging in de culturele- en sportsector kan dat tot negatieve gevolgen leiden, en niet alleen voor de organisaties die daarin actief zijn.
Om alle plannen te kunnen verwezenlijken zal het kabinet ook draagvlak in de Eerste Kamer moeten hebben. Met slechts 29 zetels in de Eerste Kamer komt het kabinet rijkelijk tekort en zal het ministens de steun van nog twee andere partijen nodig hebben om aan een meerderheid te komen. Daarmee lijkt de Eerste Kamer in deze regeerperiode een nog meer politiek karakter te gaan krijgen. Tijdens de algemene beschouwingen op 18 en 19 september zal duidelijk worden welke plannen op een meerderheid in beide Kamers kan rekenen en waar het kabinet mogelijk nog water bij de wijn zal moeten doen.